De zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn de dato 25 september 2023.
De ontwerpnotulen van de raad voor maatschappelijk welzijn werden onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
De notulen werden/worden via de agenda ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering van de volgende raad, ter beschikking gesteld aan de raadsleden.
Het zittingsverslag (audioverslag) werd per e-mail verzonden aan de individuele raadsleden.
Al dan niet na opmerkingen over de redactie van de notulen en het zittingsverslag, worden de notulen en het zittingsverslag - desgevallend met aanpassingen - door de raad voor maatschappelijk welzijn aangenomen of impliciet als goedgekeurd beschouwd.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn de dato 25 september 2023 goed.
Onderhavig agendapunt handelt over de beslissingsbevoegdheid.
De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over (art. 77, eerste lid DLB) de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd), maar kan bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het vast bureau (art. 78, eerste lid DLB). Artikel 78 DLB somt een aantal bevoegdheden op die niet kunnen worden gedelegeerd aan het vast bureau. (Zo kunnen beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorbehoudt, niet gedelegeerd worden).
Het vast bureau kan zijn bevoegdheden vervolgens al dan niet doordelegeren naar de algemeen directeur, die tenslotte, onder zijn verantwoordelijkheid, verder kan subdelegeren aan andere personeelsleden van de gemeente of het ocmw (art. 57, derde lid DLB), en dit binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem (art. 220 DLB).
In de meeste gevallen verschaffen DLB noch rechtsleer duidelijkheid in welke mate subdelegatie mogelijk is. Om die reden kiezen we ervoor om in het delegatiereglement de subdelegatie automatisch mogelijk te maken, tenzij expliciet uitgesloten in het delegatiereglement zelf.
Redenen om bevoegdheden te (sub)delegeren, zijn vooral (S. DENIS, K. LAMBRECHTS, N. LIEVENS en L. VERMEIREN, Delegatie van bevoegdheden binnen lokale besturen, Brugge, Vanden Broele, 2022, 14-15):
Delegaties zijn privatief: de delegatieverlener kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen (S. DENIS et al., o.c., 19, bevestigd in een advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur). Een gezamenlijke uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid door delegatieverlener en delegatiehouder is niet mogelijk. De delegatieverlener die opnieuw over zijn bevoegdheid wil beschikken, dient de delegatie te herroepen; dit is echter enkel vanaf die datum en dus niet met terugwerkende kracht.
Delegaties gaan onlosmakelijk gepaard met rapporteringsverplichtingen. Via de verslaggeving van het vast bureau kunnen raadsleden kennis nemen van de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden en kunnen hier ook desgevallend vragen over stellen binnen de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het delegatiereglement is in eerste versie beperkt. De intentie is wel om hier een levend document van te maken dat - zeker in een eerste fase - op regelmatige basis actueel gehouden wordt. Door de codificering van alle delegaties in één reglement, wordt het overzicht behouden en bijgevolg de transparantie versterkt.
Samenwerkingsakkoorden worden niet opgelijst in de specifieke bevoegdheden van het vast bureau (art. 84 DLB) en vallen bijgevolg onder de volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad. Sommige van deze samenwerkingsakkoorden zijn echter van technische aard en maken geen beleidskeuze uit. Dit is bij voorbeeld het geval voor de verwerkingsovereenkomsten en protocollen in het kader van de persoonlijke levenssfeer (GDPR/AVG). Andere samenwerkingsovereenkomsten zijn bijna uitsluitend operationeel in het kader van een door de raad voor maatschappelijk welzijn reeds goedgekeurde samenwerking (bv. een protocol binnen politiezone LRH met betrekking tot het woonzorgcentrum, tot opsporing van vermiste personen met dementie of dwaalgedrag) of maken louter een voortzetting van een door de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurde samenwerking uit. Het voorleggen van dergelijke overeenkomsten aan de raad voor maatschappelijk welzijn leidt tot trage procedures en belast de agenda van de raad zonder rechtstreekse beleidsmatige meerwaarde.
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert per reglement een aantal van zijn bevoegdheden, volgens bijgevoegde tabel die integraal deel uitmaakt van dit besluit, aan het vast bureau, onder de vermelde modaliteiten, al dan niet met mogelijkheid tot subdelegatie, en met rapporteringsverplichtingen.
Voor de verfraaiing van het domein rond WZC Het Meerlehof werd een bijzonder bestek opgesteld door het studiebureau Landmeesters.
Gunningsprocedure: Openbare procedure
Gunningscriterium: Prijs
De opdracht behelst vooral:
De uitvoeringstermijn is vastgelegd op 150 werkdagen.
Voor de realisatie van het ontwerp werd een lastenboek opgesteld door het ontwerpbureau Landmeesters om tot aanbesteding over te gaan.
Gunningswijze: openbare procedure.
De opdracht wordt gegund aan de inschrijver met de economisch meest voordelige offerte op grond van de volgende gunningscriteria: prijs.
Kost gemeente excl. riolering: 1.159.112,51 euro incl. btw
Aandeel riolering door de gemeente te dragen via het rioleringsfonds = 75% van 110.769,78 = 83.077,33 euro (vrij van btw)
Totaal bedrag raming: 1.242.189,80 euro incl. btw.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.
Bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het bestek PRJ23_LUM_P04 voor de verfraaiing omgevingsaanleg WZC Meerlehof wordt goedgekeurd.
De opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.