Onderhavig agendapunt handelt over de beslissingsbevoegdheid.
De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over (art. 77, eerste lid DLB) de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd), maar kan bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het vast bureau (art. 78, eerste lid DLB). Artikel 78 DLB somt een aantal bevoegdheden op die niet kunnen worden gedelegeerd aan het vast bureau. (Zo kunnen beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorbehoudt, niet gedelegeerd worden).
Het vast bureau kan zijn bevoegdheden vervolgens al dan niet doordelegeren naar de algemeen directeur, die tenslotte, onder zijn verantwoordelijkheid, verder kan subdelegeren aan andere personeelsleden van de gemeente of het ocmw (art. 57, derde lid DLB), en dit binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem (art. 220 DLB).
In de meeste gevallen verschaffen DLB noch rechtsleer duidelijkheid in welke mate subdelegatie mogelijk is. Om die reden kiezen we ervoor om in het delegatiereglement de subdelegatie automatisch mogelijk te maken, tenzij expliciet uitgesloten in het delegatiereglement zelf.
Redenen om bevoegdheden te (sub)delegeren, zijn vooral (S. DENIS, K. LAMBRECHTS, N. LIEVENS en L. VERMEIREN, Delegatie van bevoegdheden binnen lokale besturen, Brugge, Vanden Broele, 2022, 14-15):
Delegaties zijn privatief: de delegatieverlener kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen (S. DENIS et al., o.c., 19, bevestigd in een advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur). Een gezamenlijke uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid door delegatieverlener en delegatiehouder is niet mogelijk. De delegatieverlener die opnieuw over zijn bevoegdheid wil beschikken, dient de delegatie te herroepen; dit is echter enkel vanaf die datum en dus niet met terugwerkende kracht.
Delegaties gaan onlosmakelijk gepaard met rapporteringsverplichtingen. Via de verslaggeving van het vast bureau kunnen raadsleden kennis nemen van de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden en kunnen hier ook desgevallend vragen over stellen binnen de raad voor maatschappelijk welzijn.
Door de codificering van alle delegaties in één reglement, wordt het overzicht behouden en bijgevolg de transparantie versterkt.
De raad voor maatschappelijk welzijn van 23 oktober 2023 nam een eerste versie van delegatiereglement aan. Toen werd reeds de intentie vermeld om hier een levend document van te maken dat - zeker in een eerste fase - op regelmatige basis actueel gehouden wordt.
In de reeds goedgekeurde delegatie A1 betreffende verwerkingsovereenkomsten en protocollen in functie van de GDPR, wordt gespecificeerd dat samenwerkingsovereenkomsten (bevoegdheid GR) die dit GDPR-luik bevatten, door de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurd worden. Dit vermijdt dubbele agendering (RMW en VB) van eenzelfde document.
De lijst van delegaties van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau wordt aangevuld met één delegatie:
Om de parallel met de delegaties van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen te behouden, vermeldt het onderhavige reglement een titel B en titel D. die (momenteel) niet van toepassing zijn op het OCMW.
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert per reglement een aantal van zijn bevoegdheden, volgens bijgevoegde tabel die integraal deel uitmaakt van dit besluit, aan het vast bureau, onder de vermelde modaliteiten, al dan niet met mogelijkheid tot subdelegatie, en met rapporteringsverplichtingen.
Dit reglement vervangt het delegatiereglement zoals werd goedgekeurd op de raad van maatschappelijk welzijn van 23 oktober 2023.