De zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn de dato 22 april 2024.
De ontwerpnotulen van de raad voor maatschappelijk welzijn werden onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
De notulen werden/worden via de agenda ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering van de volgende raad, ter beschikking gesteld aan de raadsleden.
Het zittingsverslag (audioverslag) werd per e-mail verzonden aan de individuele raadsleden.
Al dan niet na opmerkingen over de redactie van de notulen en het zittingsverslag, worden de notulen en het zittingsverslag - desgevallend met aanpassingen - door de raad voor maatschappelijk welzijn aangenomen of impliciet als goedgekeurd beschouwd.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn de dato 22 april 2024 goed.
Onderhavig agendapunt handelt over de beslissingsbevoegdheid.
De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over (art. 77, eerste lid DLB) de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd), maar kan bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het vast bureau (art. 78, eerste lid DLB). Artikel 78 DLB somt een aantal bevoegdheden op die niet kunnen worden gedelegeerd aan het vast bureau. (Zo kunnen beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorbehoudt, niet gedelegeerd worden).
Het vast bureau kan zijn bevoegdheden vervolgens al dan niet doordelegeren naar de algemeen directeur, die tenslotte, onder zijn verantwoordelijkheid, verder kan subdelegeren aan andere personeelsleden van de gemeente of het ocmw (art. 57, derde lid DLB), en dit binnen de grenzen van het organisatiebeheersingssysteem (art. 220 DLB).
In de meeste gevallen verschaffen DLB noch rechtsleer duidelijkheid in welke mate subdelegatie mogelijk is. Om die reden kiezen we ervoor om in het delegatiereglement de subdelegatie automatisch mogelijk te maken, tenzij expliciet uitgesloten in het delegatiereglement zelf.
Redenen om bevoegdheden te (sub)delegeren, zijn vooral (S. DENIS, K. LAMBRECHTS, N. LIEVENS en L. VERMEIREN, Delegatie van bevoegdheden binnen lokale besturen, Brugge, Vanden Broele, 2022, 14-15):
Delegaties zijn privatief: de delegatieverlener kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen (S. DENIS et al., o.c., 19, bevestigd in een advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur). Een gezamenlijke uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid door delegatieverlener en delegatiehouder is niet mogelijk. De delegatieverlener die opnieuw over zijn bevoegdheid wil beschikken, dient de delegatie te herroepen; dit is echter enkel vanaf die datum en dus niet met terugwerkende kracht.
Delegaties gaan onlosmakelijk gepaard met rapporteringsverplichtingen. Via de verslaggeving van het vast bureau kunnen raadsleden kennis nemen van de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden en kunnen hier ook desgevallend vragen over stellen binnen de raad voor maatschappelijk welzijn.
Door de codificering van alle delegaties in één reglement, wordt het overzicht behouden en bijgevolg de transparantie versterkt.
De raad voor maatschappelijk welzijn van 23 oktober 2023 nam een eerste versie van delegatiereglement aan. Toen werd reeds de intentie vermeld om hier een levend document van te maken dat - zeker in een eerste fase - op regelmatige basis actueel gehouden wordt.
In de reeds goedgekeurde delegatie A1 betreffende verwerkingsovereenkomsten en protocollen in functie van de GDPR, wordt gespecificeerd dat samenwerkingsovereenkomsten (bevoegdheid GR) die dit GDPR-luik bevatten, door de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurd worden. Dit vermijdt dubbele agendering (RMW en VB) van eenzelfde document.
De lijst van delegaties van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau wordt aangevuld met één delegatie:
Om de parallel met de delegaties van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen te behouden, vermeldt het onderhavige reglement een titel B en titel D. die (momenteel) niet van toepassing zijn op het OCMW.
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert per reglement een aantal van zijn bevoegdheden, volgens bijgevoegde tabel die integraal deel uitmaakt van dit besluit, aan het vast bureau, onder de vermelde modaliteiten, al dan niet met mogelijkheid tot subdelegatie, en met rapporteringsverplichtingen.
Dit reglement vervangt het delegatiereglement zoals werd goedgekeurd op de raad van maatschappelijk welzijn van 23 oktober 2023.
Sint-Vincentius bedeelt voedselpakketten in Lummen. Ze vragen hiervoor financiële ondersteuning vanuit het lokaal bestuur door het ten laste nemen van de facturen voor mazout, elektriciteit, brandverzekering, erfpacht en een jaarlijkse bijdrage aan de Belgische Federatie van Voedselbanken. De voorgaande jaren kwam het bestuur reeds tussen in deze kosten. Er wordt nu een samenwerkingsovereenkomst opgesteld om de tussenkomst in kosten structureel in te kaderen.
VZW De Oever (die in hetzelfde gebouw hun leefgroep Saudade heeft) ontvangt en betaalt alle facturen en zij rekenen dan door aan Sint-Vincentius.
Een concrete opsomming op basis van de vorige jaren om een idee te geven over de concrete jaarlijkse kost voor de gemeente:
De totale verwarmingskost voor 2021 en 2022 bedroeg 27.485,50 EUR. De kapel van Sint-Vincentius bedraagt 1/6 van de totale oppervlakte van het gebouw (=16%). De Oever gaat ervan uit dat de kapel maar beperkt verwarmd werd en rekent daarom geen 16% maar 7% aan (7% van 27.485,50 EUR = 1.923,98 EUR) De gemiddelde jaarkost aan mazout komt dus neer op 961,99 EUR
De totale kost van de brandverzekering (van het gebouw) bedraagt voor 2021 en 2022 1.852,97 EUR. De Oever rekent daar 1/6 van aan = 308,82 EUR. Gemiddelde jaarkost is dus 154,41 EUR
Het gemiddelde elektriciteitsverbruik/maand van de kapel bedraagt voor 2021 en 2022 743,55 kWh.
Voor 2022 bedroeg de prijs 0,378 eur/kWh. Voor 12 maanden komst dit dus neer op = 3.372 EUR
(Hier wordt niet gerekend met 1/6, maar wordt het effectieve verbruik voor de kapel in rekening gebracht.)
De totale erfpachtvergoeding voor 2022 bedroeg 7.212,91 EUR. 1/6 daarvan bedraagt 1.202,51 EUR
Verwarming: 961,99 EUR
Brandverzekering: 154,41 EUR
Elektriciteit: 3.372,00 EUR
Erfpacht: 1.202,51 EUR
Totaal: 5.690,91 EUR
Daarnaast heeft Sint-Vincentius een eigen contract voor de brandverzekering van de inboedel. Voor 2021 bedroeg dit 115,97 EUR.
Hierbij komt dan nog de jaarlijkse bijdrage aan de Belgische Federatie van Voedselbanken. Deze werd vastgelegd op 2 EUR/hulpbehoevende. Voor Lummen kwam dit voor 2022 neer op een bedrag van 476 EUR.
Het totale jaarlijkse bedrag (op basis van de cijfers van de afgelopen jaren) komt dan neer op 6.282,88 EUR.
Aangezien de prijzen voor voedingswaren blijven stijgen en ook de vraag naar voedselhulp blijft toenemen, aangezien heel wat kwetsbare personen afhankelijk zijn van voedselhulp om in hun elementaire voedselbehoeften te voorzien en het OCMW de opdracht heeft om kwetsbare personen het recht op een menswaardig leven te waarborgen, wil het OCMW Sint-Vincentius, de enige verdeler van voedselhulp binnen Lummen, financieel ondersteunen. Er werd hiervoor en subsidieovereenkomst uitgewerkt (bijlage). Dit om de subsidiering meer structureel vast te leggen voor de toekomst. Het gaat hier om een nominatieve subsidie. We vragen voor deze subsidieovereenkomst het akkoord van de RMW.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn gaat akkoord met de uitgewerkte subsidieovereenkomst tussen OCMW Lummen en St.Vincentius.